Dries van Agt is naar Onze Lieve Heer.
Hij was voor mij ooit dé man van christelijk rechts. Bloemenhove, die roerige bezettingsnacht in de abortuskliniek… daar was ik bij, gek genoeg. Want ik was verliefd op Lenie. Hopeloos verliefd. En ze lachte me toe: “Jij bent toch solidair? En we kunnen de mannen nodig hebben. Kom mee!” Ik was blij. Ik mocht mee. Lenie – boerendochter uit het Brabantse Budel, met haar prachtig diepe, donkere ogen en zwierige zwarte krullen. Ze speelde in de subtop van de feministische “tweede golf”. Naast mij reisden nog andere linkse kameraden van onze politicologie-studie af, ons vaste groepje. Ik meen ook haar vaste vriend.
“Wij Vrouwen Eisen”
Vrije abortus is een recht en de ingreep is bepaald geen pretje, zacht gezegd – al waren de medische trucs nu geavanceerd. Abortus is uit nood geboren. Abortus is een drama. Dus “Wij Vrouwen Eisen”. De kliniek mocht niet dicht. Voor het recht op leven.
De spanning was te snijden die nacht, de wilde vrouwendebatten in die bezette zaal gingen niet langs me heen, maar… ik was pijnlijk verliefd op… haar. Op een gegeven moment wilde een stel doordraaiende radicalistische kenaus ons, mannen, weg hebben. Deze strijd heette namelijk een “vrouwenzaak!” aldus een schreeuwster. Een collectieve peiling ter plekke volgde. Geen schijn van kans. Bijna alle honderden vrouwen stemden dat wij moesten blijven. Abortus is een zaak van vrouwen én mannen. Dus we bleven. Met rode oortjes volgde ik hun debatten. Daarna probeerde ik maar een beetje te pitten in mijn slaapzak op de vloer.
Niet bij hun lurven
De ME kwam… nét niet. Van Agt trok zijn troepen terug. Een gewelddadige inval bleef uit. Op het allerlaatste moment. Dries zag zó tegen de ontruiming op, want je kon toch niet zomaar al die honderden vrouwenlijven bij hun lurven beetpakken en hen dan één voor één wegslepen naar de overvalwagens? verklaarde hij jaren later. En dat zij de wet hadden overtreden vergat hij maar even.
Nacht
Mijn “nacht van Van Agt” komt nu weer helemaal naar boven. Hier in bed, op Porto Santo (Pt) – achtenveertig jaar later, bij al het nieuws en de terugblikken rond deze oude overleden katholieke man. Die rechtse regerings-regent die later steeds linkser werd. Ik zie die honderden moedig strijdende vrouwen in die zinderende nacht weer terug. Zij wonnen. Voor de zoveelste keer staan ze op mijn netvlies.
En voor de zoveelste keer zie ik haar en denk ik aan hopeloos. Twee slaapzakken verderop, in die stampvolle hal van Bloemenhove, waar het uiteindelijk heel stil was geworden. De nacht was gevallen. Liefdespijn.
Ja, nog steeds.